Waarom zou je als Nederlandse wintersporter nog een uurtje of wat extra in de auto gaan zitten om helemaal door te rijden naar Oost-Tirol? Heel simpel: omdat hier een aantal kleine, maar fijne skigebieden liggen die menig wintersporter nog zullen verrassen. Wintersprookjes bestaan nog in de zeven skigebieden in Oost-Tirol. ‘Klasse statt Masse’, luidt niet voor niets het credo in Oost-Tirol.
Voor veel Nederlanders is Oost-Tirol een volslagen onbekend gebied. Tirol, Salzburgerland, Vorarlberg en Karinthië kennen we nog wel, maar dat er nog zoiets als Oost-Tirol bestaat? Nou nee. Maar waarom zou je eigenlijk al die bekende wintersportplaatsen voorbij rijden om nog een uurtje of anderhalf, twee door te kachelen naar Oost-Tirol?
Het wintersportweer in Oost-Tirol
Het kleine Oost-Tirol telt 53.000 inwoners van wie er zo’n 13.000 in de hoofdstad Lienz wonen. Oost-Tirol is dus een rustige, groene regio die door haar ligging aan de zuidkant van het Tauerngebergte veel zon krijgt. Sterker nog, Lienz mag zich verheugen in de meeste zonuren van Oostenrijk en noemt zich dan ook Sonnenstadt Lienz. Het weer hier aan de zuidkant van de Alpen wordt bepaald door lagedrukgebieden die vanuit Italië en de Adriatische Zee komen en sneeuw in Oost-Tirol laten vallen. Sneeuwbuien uit het noorden lopen meestal stuk op het Tauerngebergte.
De skigebieden in Oost-Tirol
Oost-Tirol telt zeven skigebieden met in totaal 180 km skipisten. De skigebieden zijn verdeeld zijn over vier regio’s: de Lienzer Dolomieten, Hochpustertal, Defereggental en Nationalpark Hohe Tauern. De skigebieden in Oost-Tirol liggen allemaal op een half uur, maximaal drie kwartier rijden vanaf Lienz. In het noorden liggen, aan de rand van de Hohe Tauern, Skizentrum Sankt Jacob im Defereggental en Grossglockner Resort Kals-Matrei. In het zuidoosten bij de hoofdstad Lienz liggen de skigebieden van de Lienzer Dolomieten: Zettersfeld en Hochstein. Net als in bijvoorbeeld Innsbruck kun je in Lienz dus je wintersportvakantie met een stedentrip combineren. ‘Ski’n the City’luidt hier het motto.
Iets meer naar het zuidwesten, tegen de grens met Italië aan, liggen de skigebieden van Sillian-Hochpustertal, Kartistsch en Obertilliach. Dat laatste dorp heeft net als Sölden als filmlocatie gediend voor de meest recente James Bond-film, Spectre. In dit hoogdal ben je gevoelsmatig mijlen ver weg van de buitenwereld en kom je helemaal tot rust.
Wintersport in Oost-Tirol boeken
Ben je al overtuigd van de kwaliteit van de skigebieden in Oost-Tirol? Boek dan een wintersportvakantie bij onder meer Booking en Sunweb. Vakantiehuizen en chalets in Oost-Tirol kun je boeken bij Snowtrex, Belvilla, Interhome en Chalet.nl.
Doordat Zuid-Tirol na de Eerste Wereldoorlog door de geallieerden aan Italië werd gegeven, is Oost-Tirol eigenlijk los komen te liggen van Tirol zelf. Het grenst nu aan Zuid-Tirol in Italië (met onder meer de Dolomiti Superski), Salzburgerland en Karinthië in het oosten.
Skigebieden in Tirol: klein maar fijn
Grote skicircussen zoals Skiwelt Wilder Kaiser en Saalbach-Hinterglemm-Leogang-Fieberbrunn zul je in Oost-Tirol vergeefs zoeken. Grossglockener Resort Kals-Matrei is met z’n 41,6 kilometer pisten het grootste van de skigebieden in Oost-Tirol. Je gaat vooral in Oost-Tirol op wintersportvakantie voor de charmante skigebieden, de authenticiteit en de gemoedelijke dorpjes die het oorspronkelijke Tirol nog weergeven. Pistenhutten zijn hier geen grote ‘vreetschuren’ waar de rijen zo lang zijn dat je spaghetti bolognese al koud geworden is voordat je bij de kassa bent. Nee, hier tref je nog kleine, gemoedelijke pistenrestaurants aan met een persoonlijke bediening, lokale specialiteiten en allemaal nog heel betaalbaar. Dat spreekt ons Nederlanders aan.
Hotels en pensions zijn familiebedrijven waar gastvrijheid met hoofdletters wordt geschreven. Wintersporters komen hier soms tien, vijftien jaar achtereen en worden als oude vrienden met klapzoenen op de wangen begroet. En allemaal zeggen die vakantiegangers hetzelfde: het is hier lekker rustig, de mensen zijn hier superaardig en je hebt hier geen wachtrijen bij de liften. En dat laatste is waar: in vijf dagen skiën in Oost-Tirol hebben we slechts 1 keer vijf minuten bij een lift hoeven te wachten.
Skipassen in Oost-Tirol: Kinderkorting tot 18 jaar
Elk skigebied in Oost-Tirol heeft z’n eigen dagkaart. Die kun je op diverse uren laten in gaan. Meerdaagse skipassen zijn standaard SkiHit-Osttirol-skipassen. Die zijn geldig in alle skigebieden in Oost-Tirol plus de Ankogel en de Mölltaler Gletscher in Karinthië. Kinderen tot zes jaar mogen gratis skiën. En kinderen van zes tot achttien (!) krijgen maar liefst vijftig procent korting op de eerste skipas. De overige kinderen krijgen een gratis skipas.
Uitdagende skigebieden in Oost-Tirol
Maar vergis je niet. Klein en charmant wil niet zeggen: geen uitdaging. Integendeel. rondom Kals en Matrei liggen enkele gitzwarte pisten en op de Hochstein bij Lienz kun je helemaal los gaan op de Worldcup-afdaling. Voeg daarbij het feit dat je In Oost-Tirol uitzicht hebt op 266 (!) drieduizenders, waaronder de Grossglockner (3798 meter) en de Grossvenediger (3662 meter) die tot de hoogste bergen van Oostenrijk behoren. De lokale schnapps, de Pregler, wordt gezien als de ‘vader aller schnappsen’ van Oostenrijk. En in deze kleine regio hebben maar liefst twaalf restaurants een Gault-Millau-koksmuts.
Skitoeren in Oost-Tirol
Oost-Tirol wordt ook steeds meer een bestemming voor liefhebbers van skitouren. In het liftenvrije Villgratental hadden ze de aantrekkingskracht van het skitouren dertig jaar geleden al begrepen. Daar kozen ze destijds al voor wintervakantie dicht bij de natuur. Tachtig procent van de wintersporters komt hier voor het skitouren. En geef ze eens ongelijk, met die schitterende natuur, die rust en de mooiste toppen van de Oostelijke Alpen om je heen?
En wie het na twee dagen in een skigebied wel gezien heeft, kan met z’n Skihit-pas in alle skigebieden van Oost-Tirol plus de Mölltaler Gletscher in Karinthië terecht. Je kunt dan op 375 kilometer skipisten skiën.
Winterse sprookjes in Oost-Tirol
Maar Oost-Tirol heeft nog een paar sterke troeven. Zo telt de regio zo’n 400 km aan langlaufloipen. In dorpen als Kals, Obertilliach en Kartitsch staan oude houten huizen dicht tegen elkaar aan. Als Frau Holle het flink op haar heupen heeft en de kussens eens flink opschudt, zoals ze in Oostenrijk bij stevige sneeuwval zeggen, dan tovert ze de dorpen om in een tafereel dat zo op elke Ravensburg-puzzel kan. Misschien snap je dan dat hier, ver van de massa, een aantal skigebieden in Oost-Tirol liggen die best de moeite waard zijn om er een stukje verder voor te rijden.
Op wintersport naar Oost-Tirol
Reizen naar de skigebieden in Oost-Tirol kan per auto of vliegtuig. Vanaf Utrecht naar de hoofdstad Lienz is het 1017 kilometer. Via München en Rosenheim rijd je naar Oostenrijk Daar neem je de B161 richting Mittersill en vervolgens de B108 via de Felbertauern. Met de trein kun je naar Salzburg rijden en daar overstappen op de trein naar Villach-Spittal. Daar moet je weer overstappen. Vliegen kan naar Salzburg (op 2,5 uur rijden) of Klagenfurt (ongeveer 2 uur). Het laatste stuk naar de skigebieden in Oost-Tirol leg je af met een huurauto of met een taxibusje.
Het bericht Zeven charmante skigebieden in Oost-Tirol: Weg van de massa verscheen eerst op WintersportOostenrijkGids.nl.
